OpdeGroei25: Nul mensen die niet leren

OpdeGroei25
19 maart 2025

Hoe zorgen we voor een samenleving waarin 0 kinderen niet prettig (thuis) opgroeien? Dat was de belangrijkste vraag tijdens OpdeGroei25, het congres van De Beweging van 0. Hilde Tempel, een van de actieve deelnemers achter de beweging, en Marnix Loer, vertegenwoordiger van het perspectief professionals bij Kwaliteit en Blijvend Leren (KBL), spraken elkaar na het congres. Ze delen hun inzichten over de impact van de beweging en het belang van blijvend leren in de jeugdhulp.

Een radicaal streven naar beter

De Beweging van 0 wil verder kijken dan doelen die ‘haalbaar’ lijken. "In de kinderoncologie accepteren we geen sterfgevallen", zegt Hilde. “Waarom zouden we in de jeugdhulp minder ambitieus zijn? Waarom accepteren we nog steeds dat kinderen geschaad worden?”

Het streven naar nul voorkomt dat we ons neerleggen bij ‘bijna goed genoeg’. "Als je de lat lager legt, blijft er ruimte voor discussie. Maar als je streeft naar nul, dwing je jezelf anders te denken en te handelen," zegt Hilde. Marnix is het daarmee eens: "Sommigen noemen nul-doelen onrealistisch, maar ethisch gezien is het de enige juiste keuze."

Blijven aanjagen 

Voor Marnix was de bijeenkomst een kans om zich opnieuw te laten inspireren en gelijkgestemden te vinden. "Je kunt het als professional niet alleen. Je hebt anderen nodig. Soms is het lastig om mensen te vinden die net zo ambitieus durven te zijn." De Beweging van 0 helpt hierbij door een netwerk te bieden. Hilde vult aan: "Onze kracht ligt in het blijven aanjagen. Soms is het fijn om teleurstellingen te delen, herinnerd te worden aan onze ambitie, en dan weer met nieuwe energie verder te gaan.”

De nul-doelstelling voor KBL 

Volgens Hilde wordt er in de jeugdhulp nog te weinig gedaan met bestaande kennis en richtlijnen. Marnix begrijpt dat, maar benadrukt dat verbinding belangrijk is bij het delen van kennis. "Het begint met elkaar ontmoeten. Dat zien we ook in de leercyclus: eerst verbinden en dan samen beslissen hoe we verder gaan."

Hij noemt ook het not invented here-syndroom: de neiging van mensen en organisaties om ideeën of oplossingen van buitenaf af te wijzen, simpelweg omdat ze niet zelf bedacht zijn. “Soms wordt er iets goed bedacht, maar werkt het niet op een andere plek. Mensen moeten eerst persoonlijk contact hebben. Pas als er vertrouwen is, kan iets groeien."

Hilde merkt op dat gedragsverandering enorm lastig is en tijd kost. "Zelfs in de medische wereld duurde het vijftig jaar voordat handen wassen normaal werd," zegt ze. Daarom is het belangrijk om kennis te delen en van elkaar te leren. "We moeten de dingen die we al weten echt gaan toepassen. Dat moet normaal worden."

Dit past bij de missie van KBL: een cultuur creëren waarin leren en verbeteren vanzelfsprekend is. Ons nul-doel? "Nul mensen in de jeugdhulp die niet leren," zegt Marnix. "De beweging groeit," sluit Hilde af, "maar uiteindelijk willen we overbodig worden. Pas als iedereen in de jeugdhulp deze passie voelt, is de verandering echt geslaagd."